Gisteren viel de nieuwe editie van Runner’s World op de mat, met voor het eerst in lange tijd weer eens een artikel van mijn hand. ‘Trail-junkie’ Chris van Beem, die al meer dan 250 ultratrails liep, heeft zelfs de cover gehaald. Het interview dat ik met hem maakte is voor mij een kleine mijlpaal na ruim een jaar waarin ik door long-covid vrijwel geen stukken heb kunnen schrijven als freelancer, terwijl ook mijn werk bij Feyenoord maandenlang noodgedwongen op een lager pitje stond.
Het gesprek met Chris was om nog een andere reden bijzonder, want zonder dat hij het wist sneed hij een aantal thema’s aan die het afgelopen jaar voor mij een andere dimensie kregen. Chris vertelde hoe hij dankzij het trailrunnen zichzelf beter heeft leren kennen, hoezeer hij onderweg afhankelijk is van en vertrouwt op de mensen om hem heen en hoe hij op de trails de essentie van het leven helderder leerde zien: precies de dingen die je ervaart in een periode waarin opeens allerlei zogenaamde zekerheden wegvallen.
Ook ging het in het gesprek over de momenten van geluk onderweg, zoals wanneer je – fysiek en mentaal gesloopt – de top van een berg bereikt, de zon weer ziet opkomen en beseft dat je lichaam tot veel meer in staat is dan je zelf denkt. Chris zei: ‘De dingen die de meeste moeite kosten, staan je het langst bij in het leven. […] Inmiddels heb ik zoveel ervaring dat ik weet dat de moeilijke momenten altijd komen, maar dat ik ook weet wat ik moet doen om daarna weer door te kunnen, want je hebt immers de afspraak met jezelf gemaakt om de finish te bereiken.’
Ik geloof niet dat ik zelf een betere metafoor had kunnen bedenken om het punt te beschrijven waarop ik nu ben aanbeland. Om in trail-termen te blijven: de zwaarste beklimming is achter de rug, de afdaling is ingezet. Ik weet niet precies hoe lang het nog duurt, maar ergens in de verte gloort de finishstreep.
Posted By
Andre van Kats
Categories
Geen categorie